Vraag je aan toppers wat de meest veeleisende Major is, dan topt de US Open
de vier.


Naar het waarom moet je niet lang zoeken.
De USGA maakt er steeds een erezaak
van om de baan waar hun US Open gespeeld wordt, steeds aartsmoeilijk wordt
uitgezet. Hoge afstraffende rough, smalle faiways en vooral bliksemsnelle
greens.


The Masters wordt haast altijd als de gemakkelijkste Major aangeduid. Deels
omdat er een beperkt uitgenodigd startersveld is en omdat de toppers Augusta
National door en door kennen. Vaak mondt dat uit in een puttingwedstrijd, want
op de greens wordt die Major meestal gewonnen of verloren.


The Open, steeds op een links course, wordt ook gevreesd. Zeker als de weermaker
een doos forse zeewind open trekt. Dan kan het daar spoken. Bijkomende angst is
dat het weer er in de voormiddag of de namiddag helemaal anders kan zijn. “Luck
of the drawn” speelt daar soms een bepalende rol.


Het US PGA Championship? Dat valt er ergens tussen in. Ondanks verwoede
pogingen van PGA of America om wat aan de status te doen, zoals dit jaar sommige
LIV Golfers in de armen te sluiten, blijft het US PGA Championship het kneusje
van de vier.
Iets waar 2024-winnaar Xander Schauffele weinig aan heeft kunnen
veranderen.